De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken hield op woensdag 4 november 2020 een rondetafelgesprek over het woningtekort onder starters en middeninkomens. Vertegenwoordigers van huurders- en kopersorganisaties, verhuurders, bouwers, verkopers en wetenschappers was gevraagd om een ‘position paper’ in te brengen.
Nou is het niet zo moeilijk om te raden wat er volgens die vertegenwoordigers moet gebeuren: bouwen-bouwen- bouwen. Maar wat, of voor wie? Daar lopen de meningen volgens vaste patronen uiteen.
Interessant dus om eens kennis te nemen van de stellingname van de vertegenwoordiger van de wetenschap, i.c. het CPB.
Meer bouwlocaties en minder subsidies zijn volgens het CPB de voornaamste ingrediënten voor een structurele verbetering van de betaalbaarheid voor starters en middeninkomens.
Op de stelling dat meer bouwlocaties een belangrijk deel van de oplossing moeten bieden kan niet of nauwelijks worden afgedongen. Wel is het zo dat o.a. de gewenste ruimtelijke kwaliteit, geografische omstandigheden en verschillen in druk op de woningmarkt beperkingen opleggen. Op ongebreideld bouwen in de buitengebieden, in sommige landen de ‘witte schimmel’ genoemd, daar zit ook niemand op te wachten.
Bij de beweringen over de invloed van subsidies op de betaalbaarheid laat ik het afweten. Toegegeven, ik ben geen econoom. Maar daar word ik alleen maar blijer van als ik dit soort stukken lees. Zo staat er bijvoorbeeld dat door meer sociale (=gesubsidieerde) huur te bouwen, de totale vraag toeneemt en de prijzen in de vrije huur- en koopsector gaan stijgen. En dat terwijl sinds 2013 de productie in de sociale sector is gehalveerd terwijl de prijzen in de vrije huur- en koopsector zijn geëxplodeerd.
Zo kan ik meer vraagtekens plaatsen bij beweringen in het stuk.
Maar wat mij het meest treft is dat men voor het vinden van oplossingen in de achteruitkijkspiegel kijkt. Daardoor ziet men slechts delen van de weg die men heeft afgelegd. Een weg die voert langs de traditionele vormen van koop en huur. Je zou toch van de wetenschap mogen verwachten dat men de luiken iets verder openzet en ook alternatieven onderzoekt. Een alternatief als de wooncoöperatie bijvoorbeeld.
In het verleden hebben politici als Gerard van Otterloo, Rick van der Ploeg en Adri Duivesteijn aandacht gevraagd voor het onderwerp wooncoöperatie. Toch is het altijd een marginaal verschijnsel gebleven, iets voor idealistische ‘die hards’. We hadden immers corporaties, en wie niet kopen kon of wilde kon daar terecht. Dat in tegenstelling tot vele andere landen waar coöperatieve woningen een substantieel aandeel in de woningmarkt vertegenwoordigen. Elke woningmarkt is gebaat bij een zo groot mogelijk aantal keuzemogelijkheden. Dat geldt in Nederland des te meer nu corporaties aan banden zijn gelegd.
In 2015 is op aandrang van Adri Duivesteijn in de Woningwet ruimte gecreëerd voor wooncoöperaties. Maar niets is wat het lijkt, die vorm heeft niks met een coöperatie te maken zoals geregeld in het BW. Het was ook geen oplossing voor een volkshuisvestingsprobleem, maar voor een politiek probleem.
Het woord wooncoöperatie kom je in geen van bovengenoemde position papers tegen. Blijkbaar is geen van de vertegenwoordigers die aanschoven aan de rondetafel bereid of in staat na te denken over een structureel andere aanpak voor de middeninkomens. Een aanpak waarbij:
- De keuzemogelijkheid in de woningmarkt wordt vergroot door een coöperatieve woonsector;
- Eigen middelen (ook pensioengelden) renderend kunnen worden aanwenden voor de eigen woningsituatie, maar
- Men niet gedwongen wordt alle eieren in een (koop)mandje te leggen.
Zie eerdere blog met dit onderwerp; `Blinde Vlek (1)’
Het is tijd dat politiek, wetenschap en vertegenwoordigers van belangengroepen andere wegen gaan verkennen in plaats van de platgetreden kalverenpaden.
Wie daarin het voortouw moet nemen?
Artikel 22 van de Nederlandse Grondwet stelt dat ‘bevordering van voldoende woongelegenheid voorwerp is van zorg der overheid’. Daarnaast heeft de Nederlandse overheid vele internationale verklaringen ondertekend waarin men erkent dat het aan de overheid is om maatregelen te nemen opdat eenieder is voorzien van passende huisvesting.
Aan de slag dus.
20201130
Alle Elbers
Comments are closed.